Pulchri blad mei 2015

image.jpeg

Pulchri blad

image.jpeg

p2

Leids Dagblad 22 augustus 2013

image.jpeg

Jaarboek Kunstenaars 2014

image.jpeg

Leids dagblad 18-10-2012

image.jpeg

van de Wal bij Mérigot , Auvergne
Zie : www.allartlakke.com

In het atelier van......Fenny van de Wal
Michelle Dujardin interviewt Fenny van de Wal in haar atelier.
Klik hier om het interview te lezen.Kijk bij juni 2011 in de rechter kolom.



Pulchri blad mei 2011

image.jpeg

Leids Dagblad

image.jpeg

zaterdag 14-05-2011

bijzijn tijdschrift voor verpleegkundigen

image.jpeg

kunst gids 2011

image.jpeg

A.D.-Haagse courant 28 september 2009

image.pjpeg

Leids dagblad september 2009

kunstgids kunstenaars 2009

image.pjpeg

Landschappen is het onderwerp van de schilderijen van Fenny van de Wal.
Als inspiratiebron voor haar werk gebruikt ze de mooie maar abstracte vormen die zij ziet in het landschap waar zij is opgegroeid.Zij schept een beeld van continue verandering naar gelang slagschaduwen het landschap anders tekenen met ieder jaargetijde en legt het kameleontische karakter vast in verschillende reeksen van schijnbaar identieke composities.
Is het nu veld of meer, weg of rivier?In Fenny's schilderijen vloeit land als vanzelf over in water en weer in landen weer in water. Het is het woeste van het landschap dat als rode draad door alle reeksen loopt die zij tot nu toe schilderde. Steeds maakt de weidse natuur een ongenaakbare indruk, zonder af te schrikken. Mens en dier ontbreken geheel, vegetatie is amper aanwezig. Niet het idyllische maar de grote leegte van deze landschappen trekt ons naar zich toe.
door : Jonatan Pinkse

elsevier
klik hier om het artikel in Elsevier te lezen. De pagina opent in een nieuw venster.

pulchri
Voelen, handelen en aanraken
over het werk van Fenny van de Wal-Timmerman


Landschappen kennen, net als gezichten, vele vormen. Toch vallen ze uiteindelijk onder één noemer, namelijk, de noemers 'landschap' en 'gezicht'. Dingen die verouderen en vergaan, ondergaan een geleidelijke gedaanteverwisseling, maar blijven hetzelfde ding. Ze blijven onder dezelfde noemer vallen, zeggen we. Een verroeste auto en een splinternieuwe auto zijn beide een auto, alleen het uiterlijk en de bruikbaarheid verschillen.

Fenny van de Wal-Timmerman concentreert zich in haar werk als beeldend kunstenaar op dit blijvende aspect van de dingen, die algemene noemer. Zeven jaar lang schilderde ze 'koppen', nu schildert ze alweer zo'n twee jaar 'landschappen'. En als om die algemeenheid te onderstrepen, werkt ze ook nog eens in series. Ze gaat dan in vele achter elkaar gemaakte schilderijen - soms enkele tientallen of zelfs honderden - uit van hetzelfde motief en varieert alleen wat betreft kleur, de dikte van de verf en de richting van de kwast. Door die variaties krijgen de afzonderlijke schilderijen wel iets individueels, maar het onderwerp, haar feitelijke uitgangspunt, verdwijnt nog meer naar de achtergrond en verwordt tot een algemene grondvorm. Niet meer dan een aanduiding voor 'het landschappelijke' of 'een kop'.

Je moet haar werk, strikt genomen, aanduiden als 'figuratief', haar onderwerp blijft tenslotte herkenbaar, maar het is het exacte tegendeel van wat je 'portretten' noemt. In een portret van een mens of een specifieke plek laat je de individualiteit van je onderwerp zo goed mogelijk uitkomen, zodat je kunt zeggen 'dat is die en die' of 'dat is daar en daar'. Het gaat om de details van je onderwerp, om zijn eigenheid, en om het tijdelijke en plaatsgebonden aspect ervan. Herkennen en specificeren staan centraal. Van de Wal-Timmerman ondermijnt deze laatste twee activiteiten juist, zonder dat je kunt zeggen dat ze streeft naar een zo algemeen mogelijke, en daardoor onpersoonlijke, weergave van de dingen. Ze lijkt eerder te streven naar een persoonlijke verhouding met het algemene en het blijvende.

In de landschappen, die ze allemaal "Vaderland" noemt - naar het land dat haar vader bewerkte -, werkt ze met grote, brede vormen, een zeer zichtbare, aanwezige kwaststreek en soms vreemde kleurstellingen. De schilderijen danken hun structuur voornamelijk aan contrasten. De kleuren contrasteren regelmatig, de dikte van de verf vertoont sterke variaties en de vormen verschillen in formaat, richting en mate van ronding. Toch is het belangrijkste structurerende element in het werk van Van de Wal-Timmerman de kwaststreek. In haar dikte, onvermengdheid en zichtbaarheid is ze zeer aanwezig en domineert ze de richtingen binnen de schilderijen. De kwaststreek bij Van de Wal-Timmerman is, wat je noemt, expressief, wat op het eerste gezicht een vreemde tegenstelling vertoont met het algemene karakter van haar onderwerpen.

Deze expressieve, zo van Van de Wal-Timmermans eigen motoriek getuigende, kwaststreek lijkt op een herhaalde, benadrukte aanraking, als om het contact met dat blijvende en algemene te bekrachtigen. Zoals gezegd, Van de Wal-Timmerman is niet zozeer geïnteresseerd in het specifieke van een landschap, de 'persoonlijkheid' van het landschap zogezegd, maar ze wil juist vanuit haar eigen persoon contact maken met die onverstoorbare eeuwigheid van het landschap. In de serie 'koppen' speelde hetzelfde. Achter alle mogelijke individualiteit schuilt een heel basaal en algemeen menszijn. Dit onverwoestbare, tijdloze en, noodzakelijkerwijs, ook onpersoonlijke element wordt door Van de Wal-Timmerman ter hand genomen, behandeld, bevoeld, bestreken, aangeraakt, betast, met grote gebaren gevormd, hier benadrukt en daar gelaten voor wat het is. Allemaal handelingen die maken dat ze zich deze basale essentie kan toe-eigenen, dat ze zich ermee kan verbinden.

In dit proces zorgt de seriematige herhaling voor verdieping, ook al wordt het seriematige in andere contexten geassocieerd met nivellering en vervlakking. Bij Van de Wal-Timmerman brengt het haar echter nader tot het onderwerp. Als ze steeds een ander landschap zou schilderen, dan zou het bij voorbijgaande gevoelsimpressies blijven. Maar hier is geen sprake van een voelend reageren op een impressie, maar van een gevoelsmatig contact leggen met een haast ongrijpbare, zeer algemene en basale essentie, die onaangedaan onder het individuele en voorbijgaande ligt.

De werkwijze van Van de Wal-Timmerman spreekt, in dit licht bezien, boekdelen. Haar instelling als kunstenaar is motorisch: handelen, aanraken en voelen. Het eerste begin, de aanzet en de inspiratie, is echter altijd visueel. Vaak gaat ze eens wat foto's bekijken of wat lijnen op papier zetten om vervolgens "te kijken wat je ermee kunt". Ze is iemand die mensfiguren in rotsblokken ziet, een hand in een grillige schaduw, een waterpartij waar de zon op een stuk land schijnt. Dit is niet het analytische 'in-zicht', maar het verbeeldingsrijke 'zien in', méér zien dan er is. Het is een zeer vluchtige sensatie in het bewustzijn die mijlenver verwijderd lijkt te zijn van de stabiele aanwezigheid van zoiets als 'het landschap'. Toch is het juist via deze vaardigheid van het 'zien in' dat achterliggende essenties zich kenbaar maken. Zowel een vluchtige fantasie, als een blijvende ondergrond ontsnappen aan de dwingende kracht van de vloed aan toevallige details die onze dagelijkse waarneming bevolken en die ons zo kunnen afleiden van wat werkelijk belangrijk is.

Dit verbeeldingrijke 'zien in' gunt Van de Wal-Timmerman een korte, vluchtige blik op een veel constantere wereld die aantrekkelijk is en gevoelsmatig diep treft, maar die ook onpersoonlijk en tijdloos is. Het is geen platonische, ideële werkelijkheid, maar de werkelijkheid van het basale. De voor iedereen gelijke onder- en achtergrond. Het is de essentie die huist in het materiële in zijn eeuwige, tijdloze dimensie, los van zijn veranderingen aan de oppervlakte. Het is dat wat werkelijker dan werkelijk is, niet dat wat boven de werkelijkheid verheven is. Het is, kortom, niet verheven, het is basaal.

Als ze getroffen wordt door deze suggestie, wat voor Van de Wal-Timmerman een visueel proces is, dan is er een zinvol begin en kan het handelen beginnen. Dit laatste vormt het leeuwendeel van haar artistieke proces, maar heeft geen zin zonder dat eerste moment van 'zien in'. Als dat eerste kortstondige beeld ontbreekt, verwordt het handelen, het pure doen, al snel tot een stramien en dreigt ze vast te lopen. Je moet kunnen "kijken wat je ermee kunt". Heeft ze eenmaal een sterk, basaal thema te pakken, in een vorm die het ondersteunt, dan gaat ze het op alle mogelijke manieren behandelen. Al die behandelingen - knippen, plakken, lijnen zetten, transparant werken, dekkend, pasteus - dienen om dat basale via het voelen en tasten te benaderen en persoonlijk te maken. Zo eigent ze zich die essentie al doende toe.

De herhaling en de nadruk intensiveren het gevoel, versterken de binding met het basale en maken het algemene persoonlijker, in de zin van eigener. Bij Van de Wal-Timmerman is dit een fysiek proces dat ze met een vaak praktische instelling uitvoert. Als je het voelen - in de zin van aanvoelen, voorvoelen en meevoelen - tastbaar wilt maken, dan wordt het aanraken en behandelen, want als je iets wilt voelen, moet je het in je handen nemen en bevoelen, zelfs als het gaat om bijna niet te vatten essenties. Van de Wal-Timmerman raakt en voeltin haar werk met de stille hartstocht die zich in de steeds indringender wordende herhaling van haar series en gebaren openbaart.


Vincent Botella